Allemaal in mijn hoofd

Seks was het overheersende ding in mijn geest van zo vroeg ik me kan herinneren. Van de tijd dat ik in het eerste of tweede leerjaar zat, was ik zwaar geobsedeerd over wat er onder de kleedjes van mijn nichtjes zat. Vele kinderen speelden doktertje, maar voor mij was het een intense obsessie. Toen een oudere jongen me op mijn elfde of twaalfde leerde masturberen, raakte ik er helemaal in de ban van, alsook van de fantasieën die ik nodig had voor mijn masturbatiesessies.

Al snel zo werd het zo dat het hoogtepunt van elke dag was wanneer de nacht kwam. Ik kon dan naar bed gaan, mijn seksfantasieën door mijn hoofd laten paraderen en masturberen. Tot dan had ik een slaapkamer met mijn jongere broer gedeeld. Maar van zodra masturbatie in mijn leven kwam, verhuisde ik naar een andere slaapkamer waar ik vrij was om te masturberen. Dit liet mijn jongere broer verlaten en alleen achter.

De frequentie van het masturberen werd 3 tot 5 keer per dag. Ik probeerde te stoppen, maar er was geen houden aan. Ik vond wat pornografisch materiaal en verborg het in de hooizolder van ons schuurtje in het kleine dorp. Ik zonderde me regelmatig af van mijn vrienden en broer en snuikte weg naar de hooizolder om te masturberen.

Ik durfde geen afspraakjes maken met meisjes van ons dorp, dus deed ik dat in plaats daarvan met meisjes van naburige dorpjes. Vanaf het moment ik iemand veroverde, verloor ik mijn interesse in haar en begon op een andere te jagen. Dikwijls joeg ik er op 2 of meer tegelijk.

Dit patroon zette zich voort doorheen de hele middelbare school, mijn dienstijd bij de luchtmacht, de universiteit en tot aan de tijd dat ik trouwde. Ik was heel erg attentvol voor mijn vrouw tijdens onze verlovingstijd. Ik vrijde haar op met bloemen, culturele uitjes, theateropvoeringen, symphonievoorstellingen en voetbal- en basketwedstrijden. Vanaf het moment dat we getrouwd waren, stopten mijn attenties aan haar. Ik veranderde van verslaving en werd een workaholic. Ik verloor mezelf gedurende 20 jaar in werk, jagen en hobby’s. Er waren slechts korte periodes dat mijn seksverslaving opflakkerde.

Na een hartaanval veranderde ik van carrière en werd een hoogleraar. Toen kreeg ik nog een hartaanval en stond voor een hartoperatie. Alles begon te veranderen. Ik lag in het hospital om op krachten te komen om geopereerd te worden. In mijn angst reikte ik uit naar de jonge verpleegsters voor bemoediging en troost, net zoals ik vijf jaar ervoor bij mijn eerste hartaanval gedaan had. We voerden lange, intense discussies. Soms waren er 3, 4 verpleegsters tegelijk in mijn kamer. We hielden feestjes met wijn tot laat op de avond. De nachtverantwoordelijke vermoedde dat er iets seksueels gaande was, maar dat was niet het geval, tenminste niet aan de oppervlakte. Ik was furieus over haar verdenkingen.

Na de chirurgische ingreep bedaarden de dingen voor een tweetal jaar tot ze weer uitbraken. Ik gooide seksuele visjes uit en mijn vrouwelijke studentes begonnen erop in te gaan door naar mijn bureel te komen. Ik begon meer en meer seksueel te worden met meer en meer studentes. Enkele maanden later onderging ik een operatie voor wat verondersteld werd kanker te zijn en er werd me gezegd dat ik nog 3 weken te leven had. De angst was overweldigend; mijn huid voelde aan alsof hij door angstgolven in vuur en vlam stond. Het draaide er op uit dat de dokters het bij het verkeerde einde hadden en de ‘onverwijderbare’ tumor ging weg. Ik kwam thuis en zocht meteen troost in seksueel contact met mijn studentes. Soms maakte ik mezelf wijs dat wat ik deed niet verkeerd was, omdat er geen geslachtsgemeenschap was, maar toch werd ik regelmatig in het midden van de nacht wakker met een vreselijke angst. Ik bad voor de kracht om te stoppen, maar kon het niet.

Het liep zo erg uit de hand met mijn studentes dat ik een manier vond om mijn docentschap op te geven. Tijdens zakenreizen raakte ik in een aantal buitenechtelijke verhoudingen. Een intense verhouding, waarbij ik tegelijk ook nog seks had met andere vrouwen, dwong me uiteindelijk onder ogen te zien hoe machteloos en stuurloos ik was. Ik gaf de relatie en alle seksuele relaties op, en verminderde geleidelijk aan het flirten met en toespelingen maken op vrouwen die ik ontmoette. Ik gebruikte nog steeds de mentale video-opnames van die vroegere ervaringen als kalmeermiddelen om me ‘s avonds te doen inslapen, of als afleiding wanneer ik zorgen had. Ik zag niets verkeerds in wat ik aan het doen was, ook al was ik al sinds 17 jaar in een ander twaalfstappenprogramma.

Uiteindelijk maakte mijn vrouw genoeg vooruitgang in haar herstel om tot het inzicht te komen dat ze mijn gedrag niet meer kon verdragen. Ze vertelde me bij SA te gaan of mijn valiezen te pakken. Ik belde het nummer dat ze me gegeven had. De man zei: “Het is lust, het is wat er in je hoofd zit wat je aan het doden is.” Dat was de grootste opluchting in mijn leven. In het andere twaalfstappenprogramma had ik een sponsor gehad met vele jaren ervaring, maar toch konden hij en ik er niet achter komen wat er fout was. Hij placht te zeggen dat mensen die een andere stemmingsveranderende substantie, zoals kalmeermiddelen of marihuana, gebruikten, dat programma niet konden werken. En ik was de voor mij sterkste drug, seksuele opwinding, aan het gebruiken en was me er niet eens bewust van. Mijn lust was gedurende zovele jaren mijn betrouwbare vriend geweest dat ik er niet het minste vermoeden had van gehad dat die in werkelijkheid mijn probleem was.

Omdat ik nu het twaalfstappenprogramma van de Anonieme Alcoholisten had, wist ik dat ik, met Gods hulp, en één moment per keer, nooit meer zou moeten lusten. Ik ontdekte dat ik door mijn seksueel denken geen man voor mijn vrouw, vader voor mijn kinderen, en vriend voor mijn broer en voor andere mannen of vrouwen, was geweest. Ik was zo ziek van wat mijn lusten me had gekost dat ik onmiddellijk alles deed wat ik maar kon bedenken. Elke keer dat lust opkwam, vroeg ik God om deze weg te nemen. Als hij niet wegging, zei ik een gebed op. Ik bleef dat gebed herhalen tot de lust verdwenen was. Ik gaf meteen mijn eerste stap voor de groep en voelde een overweldigende opluchting. Mijn vrouw zag meteen een verandering in me. Ze zei: “Je bent niet meer stijf en op je hoede. Eindelijk ben je de man die ik huwde, maar die ik na ons huwelijk niet kon vinden.” Nog geen maand later zeiden een zoon en dochter, die beiden therapeuten zijn, me: “Papa, je bent anders.”

Mijn tijd in herstel wordt in beslag genomen door het gaan naar vergaderingen, werken met de stappen, uitreiken naar anderen en het toepassen van deze beginselen in alle gebieden van mijn leven. Hechte en liefdevolle relaties ontwikkelden zich eerst met mannen, en pas veel later met een paar vrouwen. Ik begin geleidelijk aan uit mijn isolement en in intimiteit te komen. In mijn huwelijk is er een groeiende liefde en emotionele intimiteit. De jaren van misbruik hebben mijn seksueel functioneren ernstig ontregeld, maar dat geeft niet. De groeiende sterkte in andere aspecten van het huwelijk helpen dit te compenseren.

Ik hou van dit programma. Ik zet het vòòr al het andere omdat het mijn leven heeft gered door me geholpen te hebben me te leiden naar de ware Verbinding. Er is een diepe liefde en hechtheid in onze SA-groep en in het genootschap. Hier ben ik thuis.

Copyright © 2007 Sexaholics Anonymous, Inc.